|
||||||||
In 2017 verliet pianist Ethan Iverson het spraakmakende avant-garde piano trio The Bad Plus na een samenwerking van 18 jaar (!), hij werd vervangen door Orrin Evans . Iverson maakte van 1993 tot 2019 9 albums onder zijn eigen naam, inclusief “Common Practice”, met The Bad Plus maakte hij van 2001 tot 2016, 14 albums en als sideman maakte hij een elftal. Voorwaar geen geringe output, maar echt gas terugnemen is er niet bij met Iverson, hij beweegt zich op diverse fronten, hij schrijft veel, o.a. voor The New Yorker en slaat een nieuwe muzikale richting in. Dat was al te horen op zijn album “Temporary Kings” met tenorsaxofonist Mark Turner, die is geen wildeman op de sax maar hij heeft eerder een ingetogen klank en die richting wil Ethan ook op na zijn tumultueuze jaren met het trio. Veelzeggend was ook het feit dat het album uitkwam op het ECM label dat bekend staat om de sfeer en klank die omschreven kunnen worden als kamer jazz. Ook dit album verscheen op ECM en geheel conform de titel “ Common Practice” bevat het grotendeels composities uit het welbekende Great American Songbook. Opvallend is ook de aanwezigheid van trompettist Tom Harrell (1946), Iverson had hem gehoord op zijn eerste dag in NewYork in 1991, vandaar misschien de keuze, maar ook het kale bijna rafelige geluid dat Harrell heden ten dage tentoon spreid, heel ingetogen en goed passend bij dit repertoire. Op deze opnamen uit 2017 in The Village Vanguard klinkt Harrell wel breekbaar maar er gaat niks mis zoals bij zijn optreden in het BIM huis 29 september jongstleden. Daar was het heel duidelijk dat hij lijdt aan ernstige psychische en fysieke klachten, hier valt alles keurig in de plooi en zijn specifieke geluid en plotselinge stiltes brengen juist de nodige spanning . Ook al betreft het hier zoals gezegd veel bekend werk, onmiddellijk herkenbaar is het niet, daar zorgt Iverson wel voor met zijn volstrekt eigen wijze om de standards aan te pakken en te verhullen in een vorm die hem aanstaat, fabuleus. Het quartet beschikt over een fantastisch ritme duo met Ben Street op de contrabas en Eric McPherson op drums, zij spelen een hoofdrol in het bopnummer “Wee” geschreven door drummer Denzil Best en bekend geworden door de uitvoering van Charlie Parker. Ben Street zette Ethan op het spoor van Eric McPherson, als jochie hielp deze grootheden als Max Roach en Freddie Waits met het sjouwen van hun drumstel, jaren later begeleidde hij als drummer Jackie McLean en Andrew Hill. Al in het openingsnummer “The Man I Love”(Gershwin) wordt het duidelijk dat het hier niet gaat om pure mainstream jazz, de lichte dissonanten laten horen dat er wel degelijk sprake is van moderne(re) jazz. De interactie tussen Iverson en Harrell is hier perfect uitgebalanceerd en mede daarom is dit juweeltje een van de topstukken op dit album. Dat geldt evenzeer voor “I can’t get started” (Duke, Gershwin) met zijn warme lyrische sfeer. Al die nummers uit de oude doos klinken hier bijna als nieuw, niet alleen opgepoetst en voorzien van een nieuw vernisje, nee Iverson’s benadering zorgt voor andere muziek, zelfs een nummer als “Sentimental Journey “ (Les Brown) de eerste hit voor Doris Day heeft hier niets met een smartlap van doen. Behalve de standards zijn er ook twee door Iverson geschreven bluescomposities opgenomen, “Philadelphia Creamer” en “Jed from Teaneck” , simpel van opzet maar spannend zoals de blues behoort te zijn. De geluidskwaliteit is zoals altijd bij ECM van topkwaliteit, als er niet regelmatig een open doekje klonk van het publiek zou je niet hebben geweten dat het hier een live album betreft. Een verrassende CD zeker gezien de titels die je op het verkeerde spoor zouden kunnen zetten, een van de betere albums uit 2019 ! Jan van Leersum
|
||||||||
|
||||||||